Strenge Zomer
Hitte. Droogte. Evaporatie. Het soort weer waarbij je al gaat zweten door te snel op te staan. Ik verwacht ook dit jaar een strenge zomer. Alle voorgaande zomers waren immers ook streng. Ik merk dat aan mezelf dat ik angstig ben. Ik tril al de hele ochtend als een op hol geslagen vibrator, dus schrijven gaat me maar matig af. Toch moet het. Dit moet vastgelegd worden.
Hij draagt een rode pet. Ik zie een man als een gedesoriënteerde pinguin over de straat waggelen, in de groffe richting van de plaatselijke vijf-sterren snackbar. Uit verveling besluit ik zijn lot te volgen, de straat over, de snackbar in, naar het vet toe. Ik heb hem Bart genoemd.
"Ja ehhhhh, doe mij maar, één frikandel speciáál, een patatje òòrlòòg, en een cóólááá. Ja. Dankuwel"
Vanuit mijn ooghoek zie ik een tv uit de prehistorie, net bezig de dagelijkse portie corporate propaganda af te spelen. In dit geval een nieuwe wasmachine, of zoiets.
Terwijl Bart's grijpgrage handjes gulzig naar de vethap grissen, graai ik wat munten uit mijn zak om een milkshake mee te kopen. Voor onderweg. Vanille.
Ik loop met mijn fiets over het matig onderhouden pad tot ik een rots uit de grond zie steken. Een prima rots. Uitstekend zelfs. Ik haal het apparaatje uit mijn zak en plaats het op de rots. Het ding glimt aanstootgevend fel in de zon, niet ongelijk aan een seinlicht door een debiel bediend. Klotemetaal. Ik zet het ding aan en meteen begint hij momentum te verzamelen. Niet zichtbaar, maar wel hoorbaar in de razendsnel draaiende onderdelen in het omhulsel. 10 seconden. Ik kijk op mijn horloge. Nog 4 te gaan. 3. 2. Ik kijk naar het apparaat, mijn zicht vergezeld door een glanzend klinkende TENG, en zie hoe het draaiend als een tornado de lucht in schiet. Prima. Uitstekend.
Het ding steekt merkbaar uit het kartelige gat in de kettingkast, maar dat maakt nu niet uit. Voor mij en mijn fiets strekt het gladde landschap zich uit. Prima, prima. Ik zet het apparaat aan en stap snel op de fiets. Ik maak wat vaart en bereid me voor op de schok. TENG! Ik maak een ongewild wilde wheelie waar willy wortel wangunstig van zou zijn. Ik krijg mijn fiets weer onder controle en merk dat ik nu aanzienlijk sneller ga, en dat het landschap zich niet meer zo ver uitstrekt. Ik doe een poging tot remmen, doch ik toch in het gras beland.
Ik zit op een bankje op het schoolplein te wachten. Mijn fiets staat naast me te leunen op de picknicktafel. Ik vind het wachten niet erg. Wat is nou een kwartier? 15 minuten. De zon schijnt oncomfortabel fel. 900 seconden. Warm is het hier, eigenlijk. Een honderdste van mijn dag. In de fietsenstalling zal het wel lekker koel zijn. Nee, een vijftigste. Ik slaap ook nog 12 uur, die tel ik niet mee. Ik zie wat. Ik zie Natalie voorbij trappen op haar mintgroene Gazelle Orange C330 HMB. De wind verlaat een paar eenzame bladeren om haar gekrulde mahoniehoutbruine haar persoonlijk te wapperen. Welke fietsenmaker vernoemt in godsnaam zijn product naar een kleur, al helemaal als het die kleur niet heeft? Ik spring op mijn eigen fiets en rij een paar fietslengtes achter haar, de schijnbaar koele fietsenstalling in.
Met mijn fiets vaar ik traag als een slagschip de fietsenstalling door. Ik observeer hoe en waar ze haar fiets neerzet. Ze stopt al voor het rek, en loopt dichterbij. Ze tilt de voorkant op en zet haar voorwiel in het rek, waarna ze haar ringslot vergrendeld. Een ringslot. Typisch. Ze houdt de sleutel in haar hand terwijl ze de stalling verlaat. Nu ben ik aan de beurt. Ik begeef me naar haar fiets, en haal anticiperend mijn tas al van mijn rechterschouder. Ik plof hem neer naast de fiets en pak het apparaat. Ik test een laatste keer de afstandbediening: alles werkt. Ik monteer het apparaat op de as van het achterwiel en loop rustig weg.
Ik kijk op mijn horloge. 15:14. De auto's sijpelen de weg op vanuit talloze lekken. Ik zie Natalie naar de fietsenstalling lopen. Even later zie ik haar fiets opdoemen vanuit de mond van de fietsenstalling. Ik observeer het verkeer; ik bereken de tijd waarna ze de weg bereikt heeft. Ik zie een vrachtwagen verschijnen in de stoet van ouderauto's. Ik zie iets roods in de cabine, maar let er niet op. Ik kan nu niet afgeleid worden. Ik neem de afstandsbediening in mijn hand, wachtend op het juiste moment. Dan druk ik op de knop.
Ik kijk toe hoe ze probeert te remmen, gillend en in de baan van de vrachtwagen geslingerd.
Ik sta op en ik merk dat ik begin te zweten.
2018-03-12 in verhalen