Wat zielig, een gedicht zonder naam
Zwart. Daarin iets wits. Een blokje.
Erheen dan maar, er zit niets anders op
En met de snelheid van het licht
komt er langzaamaan steeds meer in zicht
Het oppervlakte blijkt geen vlakte
Maar volumeus, grote statische blokken
Met hier en daar vierkante inkepinkjes
Maar verder spierwit en strakgetrokken
Een 3d doolhof van alleen maar wit
Nergens iets te doen, Nergens iets te eten
Je draait wat en je loopt wat rond
Dan zie je een man, en er komt iets aangesmeten
Met de traagheid van een zeepbel
De witte geometrie vergrotend
Gaat het ding jouw richting in
Komt dichterbij, en geeft je een lel
Het blijkt een kijker, je draait je oog
Het beeld wordt traag scherper
En de resolutie gaat omhoog
Langeafstandbommenwerper.
2019-11-14 in gedichten